
Hockey speel je het hele jaar door, maar het spel verandert met de seizoenen. Zodra de koude dagen aanbreken, verhuist iedereen naar de zaal. Dat betekent niet alleen een andere ondergrond, maar ook dat je andere gear nodig hebt.
Zaalhockeysticks zijn gemaakt van hout, fiberglass, carbon of een mix. Deze materialen zorgen ervoor dat de stick licht van gewicht is. Ook is de hockeystick dunner dan een veldhockeystick, waardoor je makkelijkere en preciezere acties en passes kunt maken. Omdat je in de zaal alleen mag pushen en de bal lichter is, is brute kracht minder belangrijk en heb je dus geen zware stick nodig. Veldhockeysticks bestaan daarentegen voornamelijk uit carbon. Dit maakt ze stijver en krachtiger, ideaal voor harde slagen, flatsen en lange passes over het hele veld.
Goede grip is onmisbaar, zowel in de zaal als op het veld. Omdat de ondergronden zo verschillend zijn, heb je voor beide spelvormen een ander type schoen nodig.
Zaalhockeyschoenen hebben een non-marking zool die zorgt voor optimale grip zonder strepen achter te laten op de zaalvloer. Ze zijn licht van gewicht en geven je stabiliteit en bescherming bij snelle bewegingen. Omdat zaalhockey draait om korte, explosieve acties, is het juiste paar schoenen onmisbaar.
Veldhockeyschoenen hebben juist een stevige zool met noppen afgestemd op het type veld waarop je speelt. Ze geven meer demping en ondersteuning, wat belangrijk is bij de langere afstanden die je rent en de hogere belasting op knieën, enkels en voorvoeten.
Wie het hele jaar hockeyt, heeft dus twee paar hockeyschoenen nodig. Zo heb je altijd de juiste grip, bescherming en ondersteuning op elke ondergrond.
In de zaal en op het veld zijn scheenbeschermers en een bitje verplichte bescherming. Toch verschilt de overige bescherming per spelvorm. Bij zaalhockey is een full finger zaalhockeyhandschoen verplicht. Het spel is voornamelijk laag aan de grond, omdat de bal maximaal 10 cm van de grond mag komen, behalve wanneer er op goal geschoten wordt. Je loopt dus meer risico om een hockeystick of hockeybal tegen je hand aan te krijgen bij het laag verdedigen. Daarnaast zijn het speelveld en de cirkel kleiner, waardoor het spel sneller en dichter bij elkaar plaatsvindt. Veel verdedigers kiezen daarom voor extra bescherming, zoals kniebeschermers of een tok bij verdedigende strafcorners. Op het veld is een hockeyhandschoen niet verplicht, maar wel een optie. Spelers kunnen hier zelf kiezen uit verschillende varianten.
Het spel in de zaal is sneller en technischer dan op het veld en daarom is de bal hierop aangepast. Een zaalhockeybal is lichter, zachter en iets kleiner, zodat hij soepel en snel over de vloer rolt. De zachte buitenlaag voorkomt dat de bal stuitert en beschermt bovendien de zaalvloer.
Een veldhockeybal daarentegen is zwaarder en harder. Er zijn twee verschillende soorten: gladde (smooth) ballen en dimple-ballen. Dimple-ballen hebben kleine putjes in de buitenlaag die zorgen voor extra grip en een stabielere balcontrole op watervelden. Het water geeft namelijk weerstand, maar dankzij de structuur wordt die weerstand verminderd. Zo rolt de bal sneller en consistenter over het veld.
Of je nu in de zaal of op het veld speelt, de juiste uitrusting maakt het verschil. In de zaal heb je een lichte hockeystick en wendbare schoenen nodig, terwijl op het veld stevigere en krachtigere materialen essentieel zijn. Voor elk spelvorm is het dus belangrijk om de juiste gear te hebben. Zo haal je altijd het beste uit je spel.